Functionele diversiteit, de toekomst van lokale ontwikkeling

Bij functionele diversiteit worden verschillende functies (wonen, handel, kantoren, diensten, enz.) in een vrij beperkt gebied gegroepeerd. Wij vinden dat elk stadsontwikkelingsproject nu gemengd moet zijn, ten minste op wijkniveau. In dit artikel leggen wij uit wat de uitdagingen zijn en welke stedenbouwkundige concepten kunnen worden gebruikt om een goed project rond functionele diversiteit te ontwikkelen.

Waarom is functionele diversiteit de toekomst van stedelijke ontwikkeling?

  • Functionele diversiteit maakt het mogelijk uitdijende steden in te dammen: we kunnen niet langer onbeperkt betonnen gebouwen blijven bijpoten, zelfs niet in steden en regio’s waar de demografische groei vrij constant is. We gaan zelfs steeds meer in de richting van een totale betonstop, en dus moeten we het gebruik van bestaande ruimtes optimaliseren, door hergebruik en/of verticalisering te bevorderen.
  • Functionele diversiteit maakt een vermindering of verkorting van de reistijd mogelijk. Tegenwoordig komt in een stad zoals Parijs 70% van de beroepsbevolking elke ochtend samen op 10% van het grondgebied, om dan ’s avonds weer opnieuw in de andere richting te vertrekken. Functionele diversiteit zou het mogelijk maken dit fenomeen te temperen door jobs, diensten, vrijetijdsactiviteiten, enz. te decentraliseren. Als bovendien de ontwikkeling van de wijk of het grondgebied zodanig wordt uitgedacht dat zachte mobiliteit wordt aangemoedigd, krijgen we een ecolomisch gebied (ecologisch + economisch + menselijk).
  • Een mix van activiteiten en functies zorgt voor meer sociale diversiteit.

Hoe kunnen gebieden functionele diversiteit toepassen?

Functionele diversiteit houdt een intensiever gebruik van de ruimte in. Hoe kunnen we dit gebied echter optimaal benutten, zodat het een aangename en comfortabele buurt wordt en een echte plek om te wonen en te werken? Hiervoor kunnen verschillende concepten en instrumenten voor stadsontwikkeling worden gebruikt. Hier zijn er vijf die wij bijzonder interessant vinden.

Stedenbouwkundig concept 1: de kwartierstad

De “kwartierstad” belichaamt de logica van functionele diversiteit. In een “kwartierstad” kunnen bewoners op een kwartier van hun huis in hun basisbehoeften voorzien. Op 15 minuten wandelen, fietsen of via het openbaar vervoer vinden ze werkgelegenheid, voedingswinkels en restaurants, scholen, vrije tijd, cultuur, enz.

Dit is natuurlijk meer een ideaal om na te streven. Buiten de stedelijke centra lijkt dit moeilijk te realiseren, maar een “30 minuten lokale omgeving” kan al een mooi resultaat zijn voor sommige minder dichtbevolkte gebieden.

Nantes liet zich hierdoor inspireren en noemt zichzelf de “stad van de korte afstanden”. De stad heeft dit beleid toegepast bij de herontwikkeling van de wijk île de Nantes. In Luxemburg wordt in Esch-sur-Alzette een project met een soortgelijke filosofie ontwikkeld: Rout Lëns. Circulaire bouw, nabijheid en diversiteit, vele groene ruimten, stedelijke landbouwprojecten … Deze nieuwe wijk is een voorbeeldproject. Andere voorbeelden zijn ZIN in de Noordwijk in Brussel of Morland Mixité Capitale.

Stedenbouwkundig concept 2: Ergopolis

De Ergopolis is een stad of gebied dat volledig rekening houdt met werk en deze dimensie in de ontwikkeling integreert. De afgelopen decennia hebben steden in het beste geval veel aandacht besteed aan hun leefbaarheid, d.w.z. aan de ontwikkeling van leefbare wijken. Al te vaak is daardoor productieve activiteit uit de steden “verdreven” omdat deze niet te verzoenen zou zijn met deze leefbaarheid.

Vandaag zien we de gevolgen van deze verschuiving in de steden:

  • gebrek aan lokale jobs voor laaggeschoolde werknemers, door het ontbreken van industriële activiteit;
  • overmatig gebruik van vrachtwagens en bestelwagens voor leveringen door het gebrek aan speciale ruimtes voor logistiek in de stad;

Kortom, dezelfde verschijnselen die op stadsniveau worden waargenomen, kunnen ook op een meer macroniveau in Europa worden waargenomen: een snelle verschuiving van de industrie en een uitgesproken afhankelijkheid van de buitenwereld voor de levering van grondstoffen en voedingsmiddelen (om nog maar te zwijgen van de energievoorziening). De Covid-19-pandemie en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne hebben deze pijnpunten van Europa gevoelig aangetoond.

Wij denken dat het hoog tijd is om andere productieve activiteiten dan de diensteneconomie te verschuiven. Wij willen meer projecten zien zoals “Abattoir Farm” in Brussel: een stadsboerderij gebouwd op het dak van een voedselmarkt, een mooi voorbeeld van korte keten en ruimteoptimalisatie! Zoals de naam al aangeeft is dit tevens het laatste ambachtelijke slachthuis in het centrum van een Europese hoofdstad. Zal er echter ook een omgekeerde beweging volgen?

Stadsontwikkelingsconcept 3: Derde plekken

“Derde plekken” (of “third places” in het Engels) beantwoorden aan dezelfde wens om de banden tussen een gebied en het werk dat er plaatsvindt opnieuw aan te halen. Het zijn plaatsen waar werk wordt gemengd met andere aspecten van het collectieve leven: coworking, verbonden campussen, gedeelde werkplaatsen, fablabs, solidaire garages, makerspaces, culturele braakliggende terreinen, openbare dienstencentra, enz. Ze worden “derde plekken” genoemd omdat het geen huizen, kantoren of andere werkplekken zijn (plekken die over het algemeen vrij privé zijn), maar open plekken, bedoeld voor ontmoetingen, collectief werk en co-creatie. Wij geloven dat deze “derde plekken” een steeds grotere rol zullen spelen in de steden en gebieden van de toekomst.

Stadsontwikkelingsconcept 4: Chronotopische plekken

Uit een studie blijkt dat in Parijs gebouwen gemiddeld 60% van de tijd leeg staan! Waarom? Omdat ze meestal slechts één functie vervullen.

Een chronotopische plek is een plaats (Topos) die op verschillende momenten van de dag (Chronos = tijd) en/of week, maand of jaar verschillende functies en gebruiksmogelijkheden heeft.

Sommige plekken hebben van meet af aan een chronotopische roeping, zoals pleinen die dienen als parkeerplaats of promenade, als locatie voor markten en voor festivals en andere evenementen. Deze functie kan echter ook worden toegepast op andere ruimten, zoals bijvoorbeeld:

  • Een parkeergarage van een supermarkt kan ’s avonds of op zondag voor andere doeleinden worden gebruikt.
  • Een school (waarvan de gebouwen slechts een tiental uren per dag worden gebruikt) kan buiten de schooluren worden omgevormd tot een ontmoetingsplaats, tentoonstellingsruimte, enz.Un parking de supermarché peut être utilisé à d’autres fins en soirée ou les dimanches.

Stadsontwikkelingsconcept 5: Placemaking 

Placemaking is een participatieve aanpak gericht op de herbestemming van een ruimte door haar gebruikers en bewoners. Wij nemen hun ervaringen, behoeften en verwachtingen als uitgangspunt voor het voorstellen van ontwikkelingsoplossingen.

Het is dus volledig het tegenovergestelde van het “top-down” ruimtelijke ordeningsbeleid dat helaas nog steeds de norm is. Placemaking is eerder een co-creatie aanpak gebaseerd op collectieve intelligentie.

De stad Luik heeft bijvoorbeeld een placemakingbeleid ingevoerd: tijdens de zomermaanden worden op verschillende pleinen in het stadscentrum materiaal en meubilair ter beschikking gesteld van bewoners en bezoekers, en in overleg worden er dan activiteiten georganiseerd. Plaats maken is dus niet altijd een kwestie van grote middelen inzetten. Ook vrij eenvoudige initiatieven die elke stad of gemeente zich kan veroorloven, kunnen een zeer positief effect hebben.

Conclusie

Topofilie is de liefde (philia) voor een plaats (topos). Als we ervoor willen zorgen dat (toekomstige) gebruikers eigenaar worden van projecten en gebieden, moeten ze een bestaansreden hebben, een WHY die standhoudt. Territoriale marketing en storytelling spelen een essentiële rol bij het formuleren van deze WHY. Het geheim van de gebieden van morgen, die voor “topofilie” zullen zorgen, is echter vooral dat ze worden ontworpen DOOR en VOOR de gebruikers.

Bij Third Territory geloven we in functionele diversiteit en in eco-ecolomische projecten. Wij stellen onze expertise ter beschikking van overheden en vastgoedspelers in België, Luxemburg en Frankrijk.

U wil een openbaar project uitvoeren in een samenwerkingsdynamiek met belanghebbenden?
Neem dan contact op met onze UPCity-experten.

U wil de markt analyseren op basis van gegevens om uw vastgoed- of winkelproject te evalueren?
Neem dan contact op met onze Geoconsulting-experten.

Laten we samen uw project bespreken!

GeoConsulting is gecertificeerd in het kader van de voucherregeling “groei”. Zo kan GeoConsulting diagnostische en ondersteunende opdrachten uitvoeren voor de groei en ontwikkeling van ondernemingen.

Volg ons

Wallonie & Bruxelles

Route d’Obourg 65B
7000 Mons
Belgique
Tél : +32(0)65 68 09 70

Vlaanderen & Brussels

Louizalaan 523 Avenue Louise
1050 Brussels
Belgique
Tél: +32 (0)2 315 09 00

France

Place Saint Hubert 12
59000 Lille
France
Tél: +33 (0)3 74 09 63 92

Luxembourg

Rue Glesener 21
1631 Luxembourg
Luxembourg
Tél: +352 27 86 68 14

Zoeken

Aanbevolen zoekopdrachten :